Overleving in het Andes gebergte
De vlucht naar de Wedstrijd
Oud/leerlingen van de jongensschool Stella Maris speelden ook nog regelmatig na hun schooltijd vriendschappelijke wedstrijden rugby tegen andere teams.
Zo was dit team ook 12 oktober 1972 onderweg naar de Chileense hoofdstad Santiago voor een vriendschappelijke wedstrijd.
Het team was ´s morgens in een klein propellervliegtuigje gestapt, een Fairchild FH-227, waarmee ze de vlucht over de Andes zouden gaan maken.
De sfeer aan boord is opperbest.
Buiten echter veranderen de weersomstandigheden en het weer wordt zo slecht dat de piloten besluiten om een tussenlanding te maken.
De volgende dag is het weer aanzienlijk verbeterd zodat de piloten het vliegtuig naar de juiste hoogte kunnen brengen om over de toppen van het Andes gebergte te kunnen vliegen.
Andes gebergte |
De toppen van het Andes gebergte zijn nog in een dik wolkendek gehuld zodat de piloten zijn aangewezen op hun navigatiesysteem.
Als de piloten denken dan ze al over het Andes gebergte zijn zetten ze de daling in maar tot hun schrik merken ze al gauw dat ze plotseling midden tussen de bergtoppen vliegen.
Er was niet voldoende rekening gehouden met tegenwind waardoor deze situatie ontstond.
De piloten proberen uit alle macht de machine op te trekken om hoger te komen maar dan slaat plotseling de rechtervleugel met een klap tegen een bergtop aan.
De vleugel en een groot gedeelte van de romp wordt van het vliegtuig gerukt.
Door het luchtdrukverschil wat ontstaat worden 5 personen naar buiten gezogen en overleven deze crash niet.
De romp van het vliegtuig zweeft verder naar een helling waar een dik pak sneeuw op ligt. Uiteindelijk komt de romp met een klap tot stilstand.
De eerste nacht in de sneeuw
In het toestel is het een grote ravage. Veel onderdelen en stoelen zijn door de klap losgebroken en voorin het toestel beland.
Tussen deze chaos liggen verschillende gewonde kreunende passagiers.
De passagiers die er met licht verwondingen vanaf zijn gekomen beginnen met het bergen van de doden en verzorgen van de zwaargewonden.
Het toestel is gecrasht op een hoogte van ca. 4000 meter en de temperaturen kunnen op deze hoogte dalen tot ca. -30° Celsius.
Aan boord zijn maar weinig hulpmiddelen die bescherming bieden tegen deze kou.
De eerste nacht sterven nog 5 passagiers aan de gevolgen van de klap.
In de ochtend van 14 oktober 1972 leveren er nog maar 27 passagiers van de totaal 45 inzittenden.
De overlevenden helpen elkaar zo goed mogelijk en hopen dat ze snel gered zullen worden.
Voor het maken van drinkwater wordt een een systeem gemaakt waarmee door het zonlicht sneeuw gesmolten kan worden en in een reservoir wordt opgevangen.
Aan voedsel komen is een ander probleem. Er ligt nog wat chocola en beschuit aan boord maar verder is er niets te vinden wat eetbaar is.
Eén van de passagiers heeft inmiddels een kleine transistorradio aan de praat gekregen en probeert daarmee contact te krijgen met de buitenwereld.
Het enige wat lukt was om berichten van buitenaf te ontvangen en na een tijdje hoort men via de radio dat men gestopt is met zoeken omdat de kans op overlevenden uitgesloten is.
Strijd om te overleven
Na een week zijn de lichte verwondingen bij de meeste overlevenden al enigszins genezen.
Het eten is al een tijdje op en de overlevenden beginnen snel af te zwakken.
Na lange discussies wordt besloten om het vlees van de omgekomen passagiers te eten.
Het provisorisch aangelegde kerkhof wordt nu de belangrijkste bron van eten.
Alle overgebleven passagiers gaan over op het kannibalisme om zo nog een kleine kan te hebben op overleving.
Redding
Na 2 maanden in deze onmenselijke omstandigheden te hebben gezeten zijn nog maar 16 passagiers in leven.
Er waren tussentijds nog 8 passagiers omgekomen omdat de romp onder een lawine werd bedolven.
In november en december overlijden nog een 3 passagiers aan hun verwondingen.
Er werden steeds kleine expedities ondernomen om te kijken of er een mogelijk bestond om naar de bewoonde wereld te trekken.
Na 62 dagen gingen Nando Parrado, Roberto Canesse en Antonio Vizintin opnieuw op pad. Deze keer gaan ze het groots aanpakken in de hoop dat het gaat lukken.
Na 3 dagen wordt Vizintin teruggestuurd om de voedselvoorraad te sparen.
Na 8 dagen komen Parrado en Canessa eindelijk aan het einde van de sneeuvelden en stuiten ze op een rivier.
Ze kunnen de rivier niet oversteken omdat ze daar de kracht niet voor hadden en het is ruig en snelstromend water.
Aan de overkant van de rivier loop een boer met een kudde beesten.
Ze kunnen zich niet verstaanbaar maken dus gooien ze uiteindelijk een steen over de rivier met daar omheen gewikkeld en hangschreven briefje dat ze in nood verkeren.
De boer waarschuwt de autoriteiten en na 72 dagen worden ze dan eindelijk gered.
De laatste overlevenden bij het vliegtuigwrak worden per helikopter opgehaald en keren terug naar de bewoonde wereld.
Boven: beelden bij aankomst reddingshelikopter Onder: De overlevenden worden verzorgd |
Achter: De boer die het tweetal zag bij de rivier Links: Nando Parrado Rechts: Robert Canessa |
Rode stippellijn: Laatste expeditie naar de rivier Oranje stippellijn: Eerdere ondernomen expedities Gele streeplijn: Grens tussen Argentinië en Chili Blauwe lijn: Vliegroute + plaats van crash |
Het vliegtuig waarme het Rugbyteam over de Andes vloog |